
Frederik Leue was een brave man. Hij hield van zijn vijf kinderen, maar nog veel meer hield hij van de vrouw die hem die kinderen geschonken had. Zijn familie had hem de rug toegekeerd voor deze liefde. Het wapenschild mocht hij behouden maar het bijhorende kapitaal en de adellijke levenswijze werd hem ontnomen. “Hoe durfde hij te trouwen met een wees?“ Een verliefd hart kent moed noch angst.
Het doet wat het doet omdat het moet van het bloed. Het verschil tussen blauw en rood bloed is niet eens wetenschappelijk waarneembaar, hoe zou een verliefde jongeling het dan uit elkaar moeten houden? Die twee jonggeliefden waren magneten en het contactverbod was de lijm die hen tot de dood verbond. Ik durf zelfs denken verder dan de dood. Wanneer de longen van Frederik machinaal op en neer gingen, zich vulden met meer zuurstof dan een ribbenkast verdragen kan, trok zij de stekker eruit omdat ze wist dat Frederik niet weg zou gaan. Zijn lichaam wel, maar zijn ziel zou voor altijd bij haar blijven. Ze leefde zelf nog een jaar of dertig met zijn geest naast haar. Een trouwe gesprekspartner. Iets stiller dan bij leven en welzijn. Frederik verslond tijdens zijn leven zoveel boeken dat er eelt op zijn vingers stond door het omdraaien van bladen. Boeken vol potloodaanduidingen, kaartjes met commentaar vol verwijzingen naar andere boeken. De bovenkanten van die kaartjes staken dan zo’n halve centimeter uit die boeken. Als trapjes voor kaboutertjes. Die hij ook verzamelde. Zijn obsessie voor de pinnenmutsen en
de baardjes kwam voort uit zijn liefde voor zijn kleinkinderen. Waar ik er één van ben. Zijn hond, zijn schildpad, zijn parkietjes, zijn kleine stenen mannetjes… zijn huis was even kindvriendelijk als zijn warme ogen, net boven zijn blinkende wangetjes. Wanneer Frederik Leue tegen zijn kleinkinderen sprak, ging het niet over kabouters of draken. Steevast ging het over ridders en koningen. Het was pas later dat ik me realiseerde dat hij nooit sprookjes vertelde, nee, hij pompte ons al van kindsbeen af vol geschiedenis. Zijn tweede grote liefde. Al die boeken in zijn huis waren geschiedkundig. Misschien af en toe een historische roman, maar het leeuwendeel van zijn bibliotheek was non-fictie. De meeste boeken gingen over Antwerpen, nog steeds veel boeken over Vlaanderen, behoorlijk wat boeken over België, veel boeken over Benelux, boekenplanken vol over West-Europa, ruim voldoende boeken over Europa, bakken vol boeken over de wereld. Zijn interesse deemsterde uit in de ruimte. Concentrische kennis. In zijn zoektocht naar verleden, trok hij aan de wortels van zijn eigen stamboom en ontdekte hij dat hij via een niet al te dik takje afstamde van de graaf van Vlaanderen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat Frederik Leue een fervente aanhanger werd van de Volksunie, een partij die het Vlaamse volk wilde beschermen tegen de Franstalige dominantie. Een partij van het volk waar hij toe behoorde. Dat Vlaamse vuur hield hij voor zichzelf. Op onze kerstfeesten zongen we vrolijke kerstliederen, maar nooit over blauwe voeten, klauwende roofdieren of zwart-gele vogels. Pas na zijn dood kreeg ik van hem een oude schoendoos vol Vlaamse teksten. Geen geschiedenis deze keer. Fictie. De schoendoos rook naar zolder en karton. Helemaal bovenaan lag Reynaert De Vos. Met een uitgeknipt krantenartikel erbij en heel wat notities. Die doos is van zijn zolder naar mijn kelder verhuisd. Het was pas tijdens corona dat ik de tijd nam om de doos af te stoffen. Ik begon te lezen en ontdekte waarom Reynaert De Vos de tijd heeft overleefd. Ik ken mensen die zijn zoals Reynaert. Ze vermoorden geen kippen of mensen, maar ze doen wel hun goesting tegen de autoriteiten in. Hoe meer ik over Reynaert lees, hoe relevanter ik het vind om er iets mee te doen op toneel. In een zoektocht naar mijn eigen wortels. Wat betekent zo’n oertekst anno 2025? Is zo’n dierenparabel wel oké in de huidige theaterwereld? Mogen mensen dieren spelen? Moet de vos niet gespeeld worden door een vos? Natuurlijk wel. En gelukkig vond ik een vos in Han Coucke. Iedereen weet dat Frank Focketyn een leeuw is. Inge Paulussen een das en Jonas Leemans een wolf. We blazen het stof af deze klassieker met dank aan Frederik Leue.

Dimitri Leue